Sommige rivieren hebben gedeelten waarop alle legale vismethoden toegestaan zijn, maar doorgaans is het vissen met de vlieg de methode waaraan de voorkeur gegeven wordt. Het vissen met natuurlijk aas kan zeer goed werken tijdens perioden van zeer laag of erg hoog water. Een worm, aangeboden met een goed uitgelode dobber, kan ‘dodelijk’ zijn wanneer een rivier na een periode van hoogwater weer bijna tot de normale toestand teruggekeerd is. Het vissen met kunstaas kan op elk moment effectief zijn, maar na een periode van hoogwater is het extra succesvol. Voor wat betreft het vliegvissen kunnen de Ierse rivieren opgedeeld worden in regen- en kalksteenrivieren.
De kalksteenrivieren leveren doorgaans het meeste succes op wanneer er stroomopwaarts gevist wordt met een droge vlieg of nimf. Wanneer er grote aantallen vissen stijgen, dan is het voor een visser lastig te bepalen waar hij of zij de vlieg moet plaatsen. Op de gewone regenrivieren werkt de natte vlieg, schuin stroomafwaarts geplaatst, doorgaans het best. De laatste seizoenen is ook de techniek van het Czech-nimfen populair geworden, deze manier van vissen met zware nimfen vlak onder de hengeltop gevist, levert op alle Ierse rivieren vis op.
De evening rise is vooral vanaf eind juni van belang voor de sportvisser. Het stijgen van de forellen overdag wordt tijdens de zomermaanden minder en minder, dit wordt gecompenseerd door een aantal uren van intense sport vanaf vroeg in de avond tot een uurtje of elf, of nog later. De rise begint vanaf een uur of zes met forellen die kleine insecten zoals de Pale Wateries pakken; vervolgens verschijnt de Blue Winged Olive en dit kan ook de grote forellen tot stijgen brengen. Vaak blijft de vis actief tot in het donker. Als laatste hatchen de schietmotten en de forellen stijgen hiernaar tot na middernacht in juli en de maanden daarna. Vaak worden er ook tijdens de laatste fase van de evening rise nog mooie forellen gevangen.