Bruine forellen vinden uitstekende leefomstandigheden in een groot aantal wateren en zijn las zodanig terug te vinden in wateren in geheel Ierland. In veel gebieden worden de wateren speciaal beheerd met het oog op forel, daarnaast vind je ze echter ook in wateren die eveneens een goed bestand aan snoek en witvis hebben.
De Ierse forel kun je in een groot aantal vormen tegenkomen, sonaghan, gillaroo, harvester, croneen, dollaghan, ferrox en zelfs slob trout en zeeforel. Sonaghan vind je in de grote meren zoals Lough Melvin waar ze hoofdzakelijk tussen water en wind jagen. Gillaroo geeft de voorkeur aan meren en rivieren met een goede en gezonde populatie aan zoetwaterslakken en garnalen zoals Lough Mask en Corrib. Harvester, croneen en dollaghan zijn grote forellen die vanaf juli vanuit sommige meren de riviertjes die er in uitkomen opzwemmen. Deze vissen kunnen zeer groot worden. Dollaghan van meer dan 15 lbs (dertien pond) zijn niet ongewoon. De harvester forel wordt doorgaans geassocieerd met Lough Erne, de croneen met Lough Derg en de dollaghan met Lough Neagh. Ze kunnen gezien worden als een soort landlocked zeeforel. Ferox zijn te vinden in een aantal van de grotere meren waar ze azen op beekridder en andere vissoorten. Lough Melvin, Corrib, Ree en Derg zijn bekende wateren voor deze grote roofvissen. Ze worden ook vaak als bijvangst geland door snoekvissers.
De regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) is eveneens te vinden in Ierland, de meeste alleen op kleine ‘put and take’ meren. De regenboogforel komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en werd niet eerder dan 1899 geïntroduceerd in Ierland. Deze vissoort kan bijzonder snel groeien, in Lough Acalla groeien ze bijvoorbeeld binnen twee jaar van 100 gram naar een gewicht van 1800 gram! Regenboogforel leeft niet lang, doorgaans slechts twee tot drie jaar; triploïden (steriele vrouwtjesforellen) kunnen zeven tot tien jaar oud worden. Triploïden zijn in meerdere wateren aan te treffen, een voorbeeld hiervan is Lough Lene in Co. Westmeath.
